Eén-omroepster Yasmin presenteert uitzonderlijk in haar eigen Antwerpse dialect. In deze video hoor je heel wat typische Brabantse klankkenmerken zoals:
- Het Brabants wordt gekenmerkt door zgn. umlautsverschijnselen: werm (‘warm’), stekelverkens (‘stekelvarkens’), oepgelost (‘opgelost’)
- De tweeklanken ei en ui (oorspronkelijk uit de Middelnederlandse lange ie en uu) worden in het Brabants erg open gerealiseerd: doadelijk (‘duidelijk’), boate (‘buiten’), gelaaëk (‘gelijk’)
- De i en de u worden uitgesproken als ie en uu: ies (‘is’), luuchthaven (‘luchthaven’)
- De lange aa ‘verdonkert’: moar (‘maar’), zoaterdag (‘zaterdag’)
- De lange oo klinkt als oeë, eu of uuë: uuëk (‘ook’), schoeën (‘schoon’)
- De lange ee wordt meestal als ieë gerealiseerd: iederieën (‘iedereen’), kieër (‘keer’)
- Bepaalde klanken vallen in het Brabants weg. Zo wordt ook de eind-n weggelaten bij infinitieven en meervouden: leve (‘leven’), valieze (‘valiezen’)