Brussels


Leila Van der Mauten maakte deze video over het Brusselse dialect als eindwerk voor de HUBrussel. Het Brussels behoort tot de familie van de Brabantse dialecten, en meer bepaald tot de Zuidwestelijke groep. Met de Brabantse dialecten heeft het Brussels heel wat gemeenschappelijk, maar het dialect heeft ook enkele eigen kenmerken. Opvallend is vooral de verschuiving in het Brussels van het systeem van lange klinkers, waardoor de overeenkomst met de Nederlandse lange klinkers en tweeklanken miniem is. Het Brussels heeft daarnaast het oude onderscheid bewaard tussen twee klanken, die in het Standaarnederlands samengevallen zijn. Dit is het geval met de Nederlandse ee en oo.

Ook in deze video hoor je een aantal typisch Brusselse klankkenmerken:

  • Nederlands i = Brussels eeleekes (‘liedjes’), neemand (‘niemand’)
  • Nederlands ei = Brussels aai: paaize (‘peinzen’), maai (‘mij’)
  • Nederlands aa = Brussels : verjoêge (‘verjagen’), opstoêt (‘opstaat’)
  • Nederlands ee = Brussels ie of ei: mieste (‘meeste’), ieste (‘eerste’), steikebeizeke (‘stekebezeke’)
  • Nederlands oo = Brussels uu of ou: schuun (‘schoon’), lupe (‘lopen’), gestoulen (‘gestolen’)
  • Typisch is ook de Brusselse huig-r

Meer over het Brussels