Jongeren ontwikkelen vaak dagelijkse taalpraktijken die anders klinken dan die van volwassenen. Straattaal is zo’n soort jongerentaal die vooral aanwezig is in grote Nederlandse steden (Rotterdam, Amsterdam, Den Haag,…), waar jongeren uit alle culturen samenleven. Wat straattaal onderscheidt van andere jongerentalen is dat naast de gebruikelijke invloed van het (Amerikaans) Engels, jongeren hun taal ook doorspekken met elementen uit andere minderheidstalen in Nederland zoals het Arabisch, Surinaams, Papiamento, enz. Zowel allochtone als autochtone jongeren gaan die elementen in hun eigen taalgebruik overnemen.
De reclamemakers van Douwe Egberts speelden in Nederland in op die straattaal, die in de mond van twee kranige oma’s natuurlijk een komisch effect heeft. De spot zit vol Nederlandse straattaalwoorden:
- waggie: auto
- boeken: rijden
- chill: relaxed, rustig
- scoto/skowtu: politie
- pat(t)a: schoenen
- doekoe: geld
- passen: aangeven, doorgeven