(Video door Mark Ingelaere, 07/12/2014, Crochte – meer videos)
Het Nederlandse taalgebied was vroeger groter dan nu; de taalgrens is in het zuidwesten in de loop der tijden voortdurend naar het noorden opgeschoven. Het Frans-Vlaams is een uitzonderlijke Vlaamse dialectgroep in het uiterste zuidwesten van het Nederlandse taalgebied; hij wordt immers niet door de Nederlandse, maar door de Franse standaardtaal overkoepeld. Doordat het dialect er lang bleef voortbestaan zonder contact met het Standaardnederlands, vertoont het duidelijke sporen van isolement: de staatsgrens werd voor heel wat verschijnselen een taalgrens.
Heel wat klankkenmerken van het Frans-Vlaams komen overeen met de eigenschappen van het West-Vlaams: wegval van de h-, behoud van de ie en uu in woorden als ies ‘ijs’ en uus ‘huis’, en van eeë, ooë, ieë en oeë in woorden als zeeë ‘zee’, grooët ‘groot’, zieëk ‘ziek’ en voeët ‘voet’. Net als in het West-Vlaams wordtkoud en hout als koed en oet uitgesproken en zuur als zeur. Een Frans-Vlaams verschijnsel, dat ook in deze video te horen is, is de reductie van het voorvoegsel ge- in voltooide deelwoorden, als in emakt ‘gemaakt’ of eweest ‘geweest’.
De Franse vrouw in deze video van Mark Ingelaere spreekt nog steeds een Vlaams dialect, maar vervalt soms in het Frans: het Frans-Vlaams is dan ook een uitstervende taal, er zijn nog maar weinig mensen die het dialect beheersen.