Tussentaal is de benaming voor de algemene, informele omgangstaal in Vlaanderen. Deze vorm van taalgebruik wijkt af van het ‘Algemeen Nederlands’ omdat hij ook niet-standaardtalige elementen bevat (ge, boekske,…), maar is ook geen dialect omdat echte dialectwoorden en dialectklanken (errebees, zieëre,…) achterwege blijven. Het is een informele taalvorm die gesitueerd kan worden tussen de dialecten/regiolecten en de standaardtaal.
In Vlaanderen wordt tussentaal in heel veel situaties gebruikt. Enerzijds beheersen Vlamingen steeds steeds minder dialect (zeker jongeren) en anderzijds voelt de standaardtaal voor veel mensen, vooral in meer informele contacten, te zakelijk en afstandelijk aan. Ook in domeinen die vroeger enkel voor het Standaardnederlands waren weggelegd zoals de media, is tussentaal vandaag geen uitzondering meer. Of tussentaal kan of niet, hangt voor de meeste Vlamingen af van de situatie, bijvoorbeeld: een tijdschrift kopen in de krantenwinkel vs. een presentatie geven voor een onbekend publiek. Een situatie waar zowat iedereen standaardtaal verwacht is dan een nieuwsbericht of de opnames daarvoor. Nieuwslezers en journalisten horen volgens de publieke opinie dus nog steeds standaardtaal te spreken. Dat vinden ook de politici in deze video van Zonde van de zendtijd.