In 1975 werd Suriname een onafhankelijke republiek. Daarvoor was het een kolonie en vanaf december 1954 een autonoom rijksdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. De officiële taal is er daarom vanouds het Nederlands. Toch klinkt het Nederlands in Suriname net iets anders dan in Nederland of in België. Hoewel er door de Nederlandse overheid zwaar werd ingezet op de standaardtaal, mag het niet verwonderen dat er zich in Suriname een eigen variant van de taal heeft ontwikkeld. Ook het Het Surinaams Nederlands wordt beschouwd als een nationale variëteit van het Nederlands, net zoals het Belgisch Nederlands en het Nederlands Nederlands dat zijn. Geen aparte talen dus, maar wel ‘soorten’ Nederlands met een eigen norm (al heeft die norm nog geen officieel karakter).
Enkele eigen kenmerken van die nationale variëteit hoor je ook in dit Surinaams nieuwsbericht:
- Verstemlozing v en z. Dat betekent dat die klanken worden uitgesproken als de f en de s: frouwen (‘vrouwen’)
- Een geronde, bilabiale uitspraak van de w (met allebei de lippen): wereld
- Deletie van eind-t in clusters: je leef(t)
- Een zachtere g dan in Nederland, maar harder dan in Vlaanderen
- Sommige Nederlandse woorden worden anders gebruikt: decoreren (‘een ereteken geven’)