Suriname en de Antillen


In Midden-Amerika, in het Caribisch gebied, liggen 6 eilanden en 1 land waar (onder andere) het Nederlands een officiële taal is: Curaçao, Aruba, Bonaire, Saba, Sint Maarten, Sint Eustatius en Suriname. Die gebieden in de Kraal, zoals de Caraïbische Zee vroeger door Nederlandse zeevaarders werd genoemd, waren eeuwenlang Nederlandse kolonies. Ze werden de Nederlandse Antillen (en Suriname) genoemd en maakten deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden.

In de kolonies in het Caribisch gebied werd druk handel gedreven door de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC). Europese kolonisten stichtten er plantages waar er suiker, tabak, koffie enz. werd verbouwd door Afrikaanse slaven. Die slaven voerde de WIC massaal in vanaf de West-Afrikaanse kusten. Vanuit de Nieuwe Wereld keerden de schepen dan terug om de koopwaar in Europa te verhandelen. Tot de afschaffing van de slavernij in 1863 gingen de Nederlanders te werk volgens dit driehoeksmodel.

Tegenwoordig zijn de Nederlandse Antillen als staatkundige eenheid ontbonden en is de naam officieel niet meer in gebruik.  De eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten behoren nu als autonome landen tot het Koninkrijk der Nederlanden, terwijl Bonaire, Sint Eustatius en Saba drie bijzondere gemeenten binnen Nederland zijn. Suriname werd dan weer in 1975 al een onafhankelijke republiek

Meer over het Surinaams   Meer over het Caribisch gebied