In het programma Man bijt hond proberen twee West-Vlaamse boeren Poolse gastarbeiders duidelijk te maken wat ze moeten doen als ze een obus zien liggen op het veld. Tegen de Polen spreken ze een mix van West-Vlaams en Engels, maar de toelichtingen voor de interviewer gebeuren duidelijk in een West-Vlaams dialect.
In deze video hoor je heel wat typische West-Vlaamse klankkenmerken zoals:
- De uitspraak ooë/oeë voor de lange oo : dooëd (‘dood’)
- De uitspraak ieë voor ie: zieët (‘ziet’)
- De uitspraak van de oeë voor oe: wuk ga je doeën? (‘wat ga je doen?’)
- De verwarring tussen de g en de h: wehlopen (‘weglopen’)
- Behoud van de Middelnederlandse uu voor ui: uutleggen (‘uitleggen’), achteruut (‘achteruit’)