De gegevens op deze kaart geven een beeld van de woordenschat die jongeren anno 2006 gebruikten voor ‘veel eten’ . De enquête was een project van Variaties vzw, koepelorganisatie voor dialecten en oraal erfgoed in Vlaanderen.
Welke woorden of uitdrukkingen gebruik je voor overgeven?
Jan had teveel gedronken en heeft heel de dag lopen …
Verspreiding
Kotsen is met 431 attestaties de meest voorkomende benaming voor ‘overgeven’. Op de tweede plaats komen spuwen en spugen, die allebei op verschillende manieren uitgesproken worden. Voor spugen kregen we de uitspraakvarianten spagen, spougen, spuien en spuigen en voor spuwen werden spawen, spijven en spouwen opgegeven.
Barfen en beren zijn typisch voor de Oost-Vlaamse jongerentaal. Ze komen ook een paar keer over de provinciegrens voor: barfen in het West-Vlaamse Waregem en het Antwerpse Mechelen en beren in het West-Vlaamse Knokke-Heist en het Vlaams-Brabantse Tielt.
Gobbelen komt slecht sporadisch voor in West- en Oost-Vlaanderen en in de provincie Antwerpen. Het wordt ook als gubbelen of geubelen uitgesproken.
Wat onmiddellijk opvalt, is dat heel wat woorden voor ‘overgeven’ beginnen met b(r) (barfen, beren, braken, brokken, brullen, bulken), (s)p (pieren, projectielkotsen, spatten, spouwke leggen, spugen, spuwen) of k (kalveren, koeken, kotsen). We hebben hier duidelijk te maken met klanksymboliek. De p, de b en de k zijn alle drie explosieven, klanken die met een ‘plof’ worden uitgesproken. M.a.w. die beginklinkers bootsen het soms plotse en hevige karakter van het overgeven na.
Bespreking van de begrippen
Braken, kotsen, overgeven, spugen en spuwen worden ook in de standaardtaal gebruikt voor ‘genuttigde spijs of drank ongewild door de mond weer teruggeven’. Kotsen wordt volgens het WNT alleen in platte taal gebruikt; braken behoort dan weer tot een hoger stijlregister.
Beren is volgens het WNT een bijvorm van baren, die ‘schreeuwen, tieren, zich aanstellen betekent’. Het woord is dus min of meer een synoniem van brullen, dat ook werd opgegeven. Het produceren van hevige geluiden wordt vergeleken met het voortbrengen van braaksel.
Brokken betekent letterlijk ‘in stukken en brokken breken’. Vermoedelijk is de betekenis ‘overgeven’ ook ontstaan onder invloed van de vorm braken.
Kalveren krijgt in het WNT en in Van Dale naast ‘een kalf ter wereld brengen’ ook de verklaring ‘overgeven’. Het substantief kalf kan namelijk ook slaan op ‘hetgeen iemand (bv. een zeezieke, of een beschonkene) uitbraakt; braaksel’. Naast kalveren werd ook een kalf leggen opgegeven.
Hetzelfde geldt voor koeken en koekskes leggen. Koek slaat hier niet op een zoete lekkernij, maar op een massa die a.h.w. aaneen gekoekt is. Van Dale geeft daarvoor de omschrijving: ‘min of meer platte, samenhangende, samengeklonterde massa’.
Bulken betekent in de eerste plaats ‘boeren, oprispingen loslaten’ en wordt daarnaast ook gebruikt voor (dierlijke) geluiden. Het woord is verwant met het Engelse to belch, dat naast ‘boeren’ ook ‘braken’ kan beteken.
Volgens het WNT is gobbelen klanknabootsend van aard. We lezen: ‘Een woord, dat kennelijk de indruk, die een vloeibare of lillende massa op de zintuigen maakt, in klanken weergeeft’. Met een persoon als onderwerp, beteken het ‘braken’, met een zaak als onderwerp ‘bobbelen, borrelen’. Gobbelen is verwant met het Engelse to gob ‘spugen’ en het Franse gober ‘doorzwelgen’.
Volgens het WNT is murf gemeenzame taal voor ‘mond’. Het Hoogduitse murfeln betekende: ‘mit geschlossenen lippen kauen, wie alte zahnlose leute’ (= ‘met gesloten lippen kauwen, zoals oude mensen zonder tanden’).
Pieren en sjappen houden waarschijnlijk verband met ‘teveel drinken (en bijgevolg overgeven)’. Pieren is volgens het WNT o.a. volkstaal voor ‘zwieren, nachtbraken, pierewaaien’ en sjap betekent ‘sterke drank, jenever’.
Nogal plastisch zijn de uitdrukkingen in de vuilbak hangen, zijn maag uitspuwen, spatten, projectielkotsen en over de tong kakken. Deze hoeven wellicht geen verdere uitleg. Ook misselijk zijn en teruggeven spreken voor zich.
Uit: Variatie(s) op je bord! Dialect en jongerentaal voor eten en drinken (2007).
Onder redactie van Evelien Van Renterghem, Veronique De Tier en Jacques Van Keymeulen.
Meer weten?
Referentielijst Variatie(s) op je bord! Dialect en jongerentaal voor eten en drinken (2007).