“Een beetje Yankee Dutch”
Meer info
1995 – West Sayville, New York, USA. Geen transcriptie beschikbaar. Dit is een opname van de Nederlandse Dialectenbank van het Meertens Instituut. Voor vragen in verband met rechten en privacy, lees de disclaimer.
Halverwege de negentiende eeuw trok een grote golf emigranten vanuit Vlaanderen en Nederland naar de Verenigde Staten. De landverhuizers deden dat vooral uit economische en religieuze redenen en vestigden zich in verschillende steden in de Midwest. In pakweg 1950 was het dan ook niet zo ongewoon om in staten als Michigan, Iowa en Wisconsin Nederlands te horen. De emigranten wisten hun taal enkele generaties te bewaren, maar ondertussen is het Nederlands er zo goed als verdwenen, op een aantal gevallen na van enkele oude Amerikanen die nog een soort Amerikaans-Nederlands spreken.
Het Engels van de Nederlandse emigranten of hun kinderen werd eind de 19de eeuw soms ook spottend Yankee Dutch genoemd. De term wijst op een taalvariëteit waarbij het Nederlands en het Engels gemixt worden: de woordenschat en de uitspraak zijn Engels, terwijl de grammatica meer op het Nederlands gebaseerd is. Dat levert komische uitdrukkingen op zoals t is een sjeem voor it’s a shame. De dame in de opname spreekt in 1995 nog steeds een woordje Nederlands. Ze noemt haar eigen taalgebruik, op aangeven van de interviewer, “een beetje Yankee Dutch”, omdat “ze het niet zo goed kan”. Als ze even op bezoek gaat naar Nederland, dan gaat het weer beter, maar dat heeft dan weer gevolgen voor haar Engels…