Een uitgestorven creooltaal
Lees de tekst terwijl je luistert
- sen mi bang mi kap senu mi di steen. – ‘ze zijn bang dat ik ze met de steen (af)kap/hak.’
- wɛnɛ ju pik senu fam bo di bom, ju was senu. – ‘wanneer je ze van de boom plukt, dan was je ze.’
- am a rup ši buči fo ko hɛlp am fo mata di kui. – ‘hij/zij riep zijn/haar broer om hem/haar te komen helpen de koe te slachten (let.: doden).’
- sen ko abo dʌ sten, an wɛnʌ ju lo a di ze, ju pɛk sɛnu fam bo di sten. – ‘ze komen op de steen, en wanneer je naar de zee loopt, pak je ze van de steen af.’ [gaat over krabben]
opname : © Sabino, R. (2012). Language contact in the Danish West Indies – Giving Jack his jacket. Leiden: Brill. (met 300 opnames van de laatste spreekster van het Negerhollands)
Van de late zeventiende tot de negentiende eeuw was het Negerhollands de omgangstaal op de Deense Antillen, de huidige Amerikaanse Maagdeneilanden in de Caribische Zee. De kolonie was dan wel Deens, het waren vooral Zeeuwen en West-Vlamingen die op de eilanden katoen, voedsel en suiker lieten verbouwen door Afrikaanse slaven. Uit die interactie ontstond een creooltaal of contacttaal, gebaseerd op het Nederlands en de talen van de Afrikaanse slaven, met daarbij nog Portugese, Spaanse, Deense en Engelse invloeden.
Sinds het heengaan van de laatste spreker, Alice Stevens, geboren in 1987, is het Negerhollands officieel uitgestorven. De Amerikaanse wetenschapster Robin Sabino slaagde er gelukkig nog op tijd in een aantal zinnen op te nemen. In deze selectie herken je duidelijk de Nederlandse (lexicale) basis van de taal.