Tussentaal op tv

Tussentaal in  de soap Thuis


Lees de tekst terwijl je luistert

Seg het wordt wel een heel speciaal jaar voor ons hé. Zo samenwerken aan zo’n groot project. Gij de uitbating ik de herinrichting. / Ej Sam is wel den uitbater van de Fit&Fun. Ik ben alleen maar eigenaar. Wa nie wegneemt da ‘k u heel goed in de oog zal houden hé. Als ge nie voldoet ander en beter. /  Oei krijg al schrik. / Nee ge gaat dat echt eel eel goed doen. Dat weet ik nu al. Wa wilt gij voor uw Nieuwjaar? / Amai waar da gij nog mee afkomt. Daar moet ik eens over nadenken ze. Euh mag et iets heel duur zijn? / Nee want al mijn geld steekt in de Fit&Fun. / Ah want ‘k ad anders een heel schoon kleedje gezien zo’n avondkleedje in rode zijde of die ring eh die bij de juwelier aan de kerk ligt weette nog de welke? / Mmmm. / Seg ben u maar aan ’t plagen hé. Ik wil toch maar één ding en da is nog jaren gelukkig zijn met u. Of ja ‘k eb misschien toch ook nog nen anderen wens. Ik wil da mijn grootvader gauw beter wordt en da ‘k hem dan eindelijk kan zien.(Transcriptie: Lybaert, C. (2014) Het gesproken Nederlands in Vlaanderen. Percepties en attitudes van een spraakmakende generatie)

Tussentaal is de benaming voor de algemene, informele omgangstaal in Vlaanderen. Deze vorm van taalgebruik wijkt af van het ‘Algemeen Nederlands’ omdat hij ook niet-standaardtalige elementen bevat (ge, boekske,…), maar is ook geen dialect omdat echte dialectwoorden en dialectklanken (errebeeszieëre,…) achterwege blijven. Het is een informele taalvorm die zich tussen de dialecten/regiolecten en de standaardtaal situeert.

Ook in de media wordt veel tussentaal gebruikt. Op tv willen programmamakers personages geloofwaardig opvoeren ‘zoals ze zijn’ en dus ook ‘zoals ze in het echt zouden spreken’. “Rekening houden met de taalrealiteit”, omschrijft de VRT dat in haar Taalcharter. Daarnaast wordt tussentaal in de media ook bewust ingezet door politici, presentatoren en andere bekende personen om sympathie op te wekken bij het publiek. Tussentaal wordt immers door veel Vlamingen als minder stijf en ‘gewoner’ aangevoeld dan standaardtaal.

Het fragment uit het één-programma Thuis is sterk Brabants gekleurd en laat bij beide gesprekspartners enkele typische tussentalige kenmerken horen: niet-standaartalige woordenschat (schoon, afkomen), verbuiging van adjectieven en lidwoorden (den, nen anderen), weglaten van de eind-t  bij korte functiewoorden (da nie, wa)  gebruik van het voornaamwoord ge (+u) , allerlei tussenwerpsels (ej, seg, hé, ze), weglaten van de h- aan het begin van woorden (eel, et),…

Lees meer