Sedert het einde van de 19de eeuw zijn er belangrijke verzamelingen omtrent dialectologie tot stand gekomen op basis van schriftelijke of mondelinge enquêtes. Ze zijn alle dialect-geografisch gericht en vormen een zeer rijke bron voor talrijke studies. Hieronder geven we een kort overzicht van enkele bekende verzamelingen.
Een aantal grote verzamelingen zijn ondertussen gedigitaliseerd en doorzoekbaar gemaakt. De eerste drie hieronder zijn ook beschikbaar op Dialectloket.
Gedigitaliseerde verzamelingen
1960-1970 // Stemmen uit het verleden (UGent)
1972-2016 // Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (UGent)
Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (Variaties vzw)
1983-2008// Woordenboek van de Limburgse Dialecten (Radboud Universiteit en KU Leuven)
2017 // Database of Dutch Dialect Idioms (Universiteit Utrecht en KU Leuven)
19de eeuw: schriftelijke enquêtes
Het Dialecticon bevat 186 vertalingen in evenveel dialecten van de parabel van de Verloren Zoon in het Fries, Nederduits en Nederlands. Het verhaal van de Verloren Zoon werd gekozen – in navolging van het initiatief van het bureau voor statistiek van het Franse Keizerrijk in 1807 – wegens de bekendheid en de beperkte omvang van het verhaal. Het handelt immers over alledaagse zaken en kan dus makkelijk op een volkstalige manier verteld worden. De teksten zijn digitaal beschikbaar via de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).
1879 // Enquête van het Aardrijkskundig Genootschap van Nederland (o.l.v. H. Kern)
De enquête van het Aardrijkskundig Genootschap was de eerste vragenlijst in het Nederlandse taalgebied, maar ze werd enkel in Nederland verspreid. De vragenlijst bestaat uit 184 woorden en zinnetjes. In 1895 werd nog een aanvullende enquête verspreid door J. Te Winkel. Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de vragenlijst werd hij opnieuw uitgestuurd in 1979 om taalveranderingen na te gaan (zie M. Gerritsen, 1979).
1885 // Enquête Willems
Pieter Willems stelde zijn vragenlijst op met het oog op een vergelijkende klank- en vormleer van de Frankische dialecten (Nederlandstalig België, het zuiden van Nederland en het Rijnland); hij werd verspreid in 337 plaatsen. Het is de oudste enquête die ook in Nederlandstalig België werd uitgezet. De vragenlijst is zeer uitgebreid, maar is ingevuld door ‘leken’ en is fonetisch weinig betrouwbaar. In 1989 werd een themanummer van het tijdschrift Taal en Tongval aan de enquête Willems gewijd. De ingevulde vragenlijsten zijn digitaal bereikbaar aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent (KANTL).
20ste eeuw schriftelijke enquêtes
1921 // Die südniederländischen Mundarten (Frings en Vandenheuvel) De enquête van Frings en Vandenheuvel bevat de 40 zogenaamde ‘Wenker’-zinnen in 56 Zuid-Nederlandse dialecten. Georg Wenker organiseerde in 1876 de eerste dialectenquête in het Duitse taalgebied; zijn zinnetjes werden dus naderhand ook in Nederlandstalig België in het dialect vertaald en in 1921 in Marburg gepubliceerd (met kaarten).
1922-1955 // Enquêtes van de “Zuidnederlandse Dialectcentrale” (=ZND) van de KULeuven
De ZND-enquête bestaat uit 49 vragenlijsten voor een Vlaams dialectwoordenboek, dat er weliswaar nooit gekomen is. De vragenlijsten werden jarenlang verspreid en ingevuld, o.a. door studenten. Het archief, dat uit duizende ingevulde vragenlijsten bestaat, wordt aan de KULeuven bewaard. Alle lexicografische ZND-gegevens werden opgenomen in de regionale dialectwoordenboeken: Woordenboek van de Brabantse Dialecten (WBD), Woordenboek van de Limburgse Dialecten (WLD) en Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD).
1931-heden // Enquêtes in het hele Nederlandse taalgebied vanwege het Amsterdamse Dialectenbureau (nu Meertens Instituut)
De enquêtes van het Meertens Instituut dienden, samen met de ZND-enquête, o.a. voor de Taalatlas van Noord- en Zuidnederland / Taalatlas van het Nederlands en het Fries van Kloeke. Tussen 1939 en 1989 werden 118 taalkaarten gepubliceerd: hoofdzakelijk woordkaarten maar ook enkele fonologische, morfologische en syntactische kaarten. Vele taalgeleerden hebben voor hun onderzoek enquêtes via het Meertens Instituut verspreid.
1928-1958 // Vragenlijsten van de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek
De Zeeuwse vragenlijsten dienden voor het Woordenboek van de Zeeuwse Dialecten (WZD) van H. Ghijsen, het eerste regionale dialectwoordenboek dat nauwgezet alle dialectwoorden lokaliseert en dat in 1964 verscheen. De gegevens die naderhand werden verzameld resulteerden in het Supplement op het WZD in 2003.
1960 – 1998 // Vragenlijsten van het Woordenboek van de Brabantse (WBD) en het Woordenboek van de Limburgse Dialecten (WLD)
Het WBD en het WLD werden samengesteld aan de KU Nijmegen en de KU Leuven. De woordenboeken zijn niet alfabetisch, maar thematisch van opzet en bestaan uit drie grote delen: I Landbouwwoordenschat, II Vaktaalwoordenschat en III Algemene Woordenschat. Elk deel verschijnt in afleveringen waarvan de begrippen met betrekking tot één samenhangend geheel van de werkelijkheid aan bod komen. Het onderzoeksgebied van het WBD strekt zich uit over Vlaams-Brabant, Antwerpen en Noord-Brabant (Nederland). Het WLD behandelt de beide Limburgen en een aantal gemeenten in het noordoosten van Luik. De materiaalverzameling vond plaats via eigen enquêtering, maar ook bestaande dialectarchieven (o.a. ZND-materiaal, de enquêtes van Schrijnen, Van Ginneken en Verbeeten, vragenlijsten van het Meertens Instituut) werden verwerkt. Zie ook https://www.e-wbd.nl/ en https://www.e-wld.nl/ .
1972-2017 // Vragenlijsten van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD)
Het WVD is in 1972 door prof. Willem Pée aan de Universiteit Gent opgestart naar het voorbeeld van WBD en WLD. Het WVD is het jongste van de drie grote regionale woordenboeken en behandelt de dialectwoordenschat uit Frans-Vlaanderen, West- en Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen. Zie ook: www.wvd.ugent.be.
20ste eeuw: mondelinge enquêtes
1925-1976 // Reeks Nederlandse Dialectatlassen (RND) (o.l.v. E. Blancquaert en W. Pée, UGent) – www.dialectzinnen.ugent.be
Voor de RND, een zeer grootschalige enquête, werden 141 zinnetjes in het dialect vertaald in 1.956 plaatsen in het Nederlandse en Friese taalgebied. Het project duurde meer dan een halve eeuw. Alle zinnetjes werden mondeling opgevraagd en fonetisch genoteerd door een taalkundige. Hiernaast zie je een voorbeeld van de eerste twintig opgevraagde zinnen in de stad Gent. Links staan de zinnen zoals ze opgevraagd werden; rechts zijn ze fonetisch opgetekend in het Gentse dialect. De zinnetjes in de verschillende atlasdelen werden verknipt en per zin op bladen pakpapier geplakt om een snelle vergelijking van de gegevens mogelijk te maken. De RND diende als basis voor honderden studies. Toch zijn er een aantal beperkingen:
- Voor structurele analyses zijn er soms leemtes. Toen de zinnetjes werden opgesteld stond de dialectologie nog in haar kinderschoenen.
- Heel wat zinnetjes zijn onnatuurlijk.
- De fonetische betrouwbaarheid is niet optimaal (wegens individuele verschillen bij de transcripties door de verschillende taalgeleerden).
- Er was weinig aandacht voor lokale variatie.
1960-? // Verzameling bandopnemingen van spontane taal in Amsterdam (Meertens Instituut) en Gent (UGent)
De verzameling bandopnemingen bestaat voor Nederlandstalig België uit iets meer dan 750 opnames van ‘losse gesprekken’ met goede dialectsprekers. Elke opname duurt ongeveer drie kwartier. De verzameling werd de voorbije jaren gedigitaliseerd als het project ‘Stemmen uit het verleden‘. Van de meeste opnames bestaat een korte inhoud en van sommige ook een zgn. orthografische transcriptie, d.i. een woordelijke neerslag waarbij abstractie wordt gemaakt van de fonetica. De banden vormen niet alleen een kostbare verzameling van talloze authentieke dialecten, maar illustreren ook op prachtige wijze de cultuur en levenswijze van de sprekers. Ze zijn daarom niet enkel belangrijk voor de dialectologie, maar bevatten ook een schat aan informatie voor de etnografie (zie: ‘Stemmen uit het verleden’ op deze website en http://www.meertens.knaw.nl/ndb/).
1979 -1994 // Goeman-Taeldeman-van Reenenproject (GTRP) (Amsterdam/Gent)
Met de GTRP-enquête werd onderzoek gedaan naar fonologische en morfologische systemen in Nederland (400 plaatsen) en Nederlandstalig België (220 plaatsen). Het GTRP-project is de opvolger van het RND-project. Het resultaat is een geautomatiseerde databank met ongeveer 1.000.000 woorden en woordgroepen. De opnames werden gemaakt en fonetisch getranscribeerd door taalkundig geschoolde medewerkers.
De Fonologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (FAND) is in 2005 afgewerkt. Het tweede en laatste deel van de Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (MAND) werd in 2009 gepubliceerd.
Voor de gegevens van het GTRP-project: zie http://www.meertens.knaw.nl/mand/database/.
2000-2003 // Project Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (SAND)
Het SAND-project bestond uit een schriftelijk vooronderzoek (424 testzinnen bij 368 informanten), gevolgd door een mondelinge enquête (160 testzinnen + meetpuntspecifieke zinnen in 102 Belgische, 158 Nederlandse en 7 Franse plaatsen) en telefonische navraag met ongeveer 100 vragen in 252 plaatsen. De publicatie van de SAND (2 delen) werd in 2008 voltooid.
Voor de gegevens van het SAND-project: zie http://www.meertens.knaw.nl/sand/zoeken/.
Woordenboeken
Dialectwoordenschat wordt verwerkt in dialectwoordenboeken. In de zuidelijke Nederlanden zijn er al tal van dialectwoordenboeken samengesteld, zowel door academische dialectologen als door niet-taalkundigen. De zuidelijk-Nederlandse dialectwoordenschat wordt onder andere beschreven in de drie grote regionale dialectwoordenboeken (de 3 GRW): het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD, 1979- ), het Woordenboek van de Brabantse Dialecten (WBD, 1967-2005) en het Woordenboek van de Limburgse Dialecten (WLD, 1983-2008). Naast die grootschalige projecten worden er ook heel wat lokale woordenboeken gepubliceerd van dorpen en steden zoals Eksel of Kortrijk of van kleinere regio’s zoals het Zuidwest-Meetjesland. De zgn. dialectrenaissance heeft in elk geval ook Nederlandstalig België bereikt.
De 3 GRW zijn eigenlijk als taalatlassen opgezet: ze zijn thematisch georganiseerd en registreren – begrip per begrip – de dialectwoorden in zoveel mogelijk plaatsen voor een groot gebied. De kleinere woordenboeken zijn meestal omgekeerd van opzet: zij zijn opgebouwd als alfabetische woordenlijsten en vertrekken niet van het begrip, maar van het dialectwoord, waarna een begripsomschrijving volgt. De 3 GRW en de andere dialectwoordenboeken samen documenteren de oraal overgeleverde woordenschat, die tezamen met de woordenschat van de standaardtaal en de historische woordenschat de basis vormt voor het onderzoek van het Nederlandse lexicon. Het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten kan je online raadplegen op deze site. Een lijst van alle gepubliceerde dialectwoordenboeken in de Zuidelijke Nederlanden vind je hier.
Meer weten?
- E. Blancquaert (1932), Een Tentoonstelling voor Nederlandse Dialektologie te Gent op 1, 2, 3 april 1931. Overdruk uit Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, 6 (1932), Brussel.
- M. Gerritsen (1979), Taalverandering in Nederlandse dialecten. Honderd jaar dialectvragenlijsten 1879-1979. Muiderberg: Coutinho.
- Algemeen Nederduitsch en het Friesch Dialecticon: Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).
- Materiaal Willems: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent (KANTL).
- Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (MAND)
- Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (SAND)
- Stemmen uit het verleden
- Nederlandse Dialectenbank (Soundbites Meertens Instituut)
- Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD)
- Woordenboek van de Brabantse Dialecten (WBD)
- Woordenboek van de Limburgse Dialecten (WLD)
- Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (WND)
- Woordenbank van de Zeeuwse Dialecten: Zeeuwse Woordenbank