Nederlands in het Caribisch gebied

Ligging en bestuur

In het Caribisch gebied bevinden zich zes eilanden die vroeger, tot 10 oktober 2010, de Nederlandse Antillen werden genoemd: drie eilanden, de zogenoemde Benedenwindse eilanden, Aruba, Bonaire en Curaçao (de ABC-eilanden), liggen op korte afstand van het vasteland van Venezuela. De overige drie Nederlandse Caribische eilanden  liggen op ongeveer 900 km daarvandaan, dwars over de Caraïbische Zee in noordoostelijke richting, namelijk de Bovenwindse eilanden Saba, Sint-Maarten en Sint-Eustatius (de SSS-eilanden). Die eilanden zijn geen onafhankelijke staten, maar maken met een verschillende mate van zelfstandigheid deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. Het Nederlands is er een officiële taal, naast het Engels en/of het Papiaments. Het noorden van het eiland Sint-Maarten behoort toe aan Frankrijk: de ‘collectivité d’outre-mer’ Saint-Martin heeft uiteraard Frans als officiële taal.

De Nederlandse Antillen, als officiële groepsbenaming ontstaan in 1845 bij de bestuurlijke samenvoeging van de eilanden, vormden vanaf 1954 als groep van zes samen met Nederland en Suriname het Koninkrijk der Nederlanden. In 1968 werd Aruba een autonoom (zelfstandig), maar niet onafhankelijk land in dat koninkrijk. In 2010 volgden ook Curaçao en Sint-Maarten en werd de naam Nederlandse Antillen officieel afgeschaft. De autonome eilanden Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn dus geen onafhankelijke staten zoals bijvoorbeeld Suriname dat tegenwoordig wel is, maar behoren als aparte landen tot het Koninkrijk der Nederlanden. De overige eilanden, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (de BES-eilanden), hebben een eigen status binnen Nederland: zij zijn openbare lichamen of bijzondere gemeenten van Nederland. Zij hebben zowel een eilandbestuur als een bestuur in Nederland, dat instaat voor de taken van de Rijksoverheid zoals onderwijs, justitie, immigratie, belastingen, enz.

  • Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat dus uit 4 autonome landen: Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
  • Nederland heeft 3 bijzondere gemeenten met een aparte status binnen Nederland: Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
  • Samen met de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten vormen die 3 gemeenten het Caribisch deel van het Koninkrijk.
  • In al deze gebieden is het Nederlands een officiële taal.

De taalsituatie op de eilanden

Het Nederlands is als taal van het Koninkrijk der Nederlanden een officiële taal op alle eilanden. Dat betekent niet dat er op alle voormalige Antillen volop in het Nederlands wordt gecommuniceerd. Ondertussen zijn ook het Engels en het Papiaments officiële talen op verschillende eilanden. Daarnaast beheerst een aanzienlijke groep inwoners het Spaans.

De bovenwindse gebieden (Sint-Eustatius, Sint-Maarten en Saba) verkeren door hun ligging vanouds in een Caribisch-Engelse sfeer.Op deze eilanden wordt vooral Engels gesproken in de dagelijkse omgang en is het Nederlands maar beperkt aanwezig.

In alle benedenwindse gebieden (Aruba, Curaçao en Bonaire)  is naast het Nederlands en soms ook het Engels, het Papiaments een officiële taal. Die op het Portugees en vooral op het Spaans gebaseerde creooltaal is de moedertaal van veel inwoners en daarmee ook de landstaal. Het Nederlands is er inderdaad nog steeds een officiële taal, maar overleeft vooral om diverse praktische redenen. Het Nederlands heeft er in elk geval een geheel andere historische ontwikkeling doorgemaakt dan in Suriname en heeft ook een heel andere status en positie als communicatie- en bindtaal. Op de Antillen spelen ook de contacten met het Nederlandse bedrijfsleven en de rijksoverheid een rol, alsook de vrij grote aantallen Nederlanders, de ‘blijvers’ en de met grote regelmaat massaal binnenstromende toeristen, de ‘trekkers’.

Dat het Nederlands een officiële taal is, betekent dat het vooral aanwezig is in het bestuur, het onderwijs en de wetgeving. Toch komt er ook in die sectoren steeds meer ruimte voor het Engels en het Papiaments. Zo worden wetten op de benedenwindse eilanden nog steeds opgetekend in het Nederlands, terwijl er in het parlement volop in het Papiaments wordt gediscussieerd. Ook in het onderwijs op de voormalige Antillen is de situatie niet eenduidig. In het basisonderwijs wordt uitgegaan van twee instructietalen en worden naast het Nederlands ook de twee landstalen Engels (Sint-Eustatius en Saba) en Papiaments (Bonaire) gebruikt. In het voortgezet onderwijs op Bonaire en St. Eustatius is Nederlands de onderwijs- en eindexamentaal, onder andere met het oog op hogere studies in Nederland. In de praktijk is het echter wel toegestaan dat de docent “af en toe gebruik maakt van het Papiaments of Engels voor aanvullende toelichting in de klas”, wat dan ook niet zelden gebeurt. Op Saba is het Engels zowel in het basis- als in het middelbaar onderwijs de enige instructietaal; Nederlands wordt er als een apart vak gegeven.


Overzicht

Hieronder volgt een overzicht van de officiële talen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Dat een taal officieel erkend wordt, betekent nog niet dat die in de praktijk ook veel gebruikt wordt. Het is vooral de taal in de kolom ‘landstaal’ die je het vaakst zal horen in de dagelijkse omgang. Op de BES-eilanden zijn Nederlands, Papiaments en/of Engels de officiële talen. Op het autonome eiland Sint-Maarten hebben enkel het Engels en het Nederlands een officiële status en op Aruba zijn dat het Papiaments en het Nederlands. Curaçao heeft drie officiële talen: het Nederlands, het Papiaments en het Engels.

NederlandsPapiamentsEngelsLandstaal
ArubaPapiaments
BonairePapiaments
CuraçaoPapiaments
Sint- MaartenEngels
Sint- EustatiusEngels
SabaEngels

Bronnen:
Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Landsverordening officiële talen Aruba, Curaçao,  Sint-Maarten

Meer weten?