Poldernederlands

Wat is het Poldernederlands?

In 1997 introduceerde de Nederlandse taalkundige Jan Stroop de term Poldernederlands om te verwijzen naar een nieuw soort taalgebruik in Nederland. Hij merkte namelijk enkele veranderingen op in de taal van vooral jonge succesvolle vrouwen en noemde dat nieuwe accent Poldernederlands. Die term heeft niks te maken met aardrijkskundige ‘polders’ maar verwijst naar het Nederlandse ‘poldermodel’, dat niet alleen economische vooruitgang meebracht, maar volgens Stroop ook de verdere emancipatie van de vrouw mogelijk heeft gemaakt. Met die sterkere positie veranderde ook het taalgebruik van jonge hoogopgeleide vrouwen. Ze gingen (onbewust) een lossere houding aannemen tegenover de norm, ‘het verzorgde spreken’, en het Poldernederlands was geboren.

Het opvallendste kenmerk van het Poldernederlands is de uitspraak van de tweeklanken <ei/ij>, <eu>, <ui> en <ou/au> als “aai”, “ui”, “ou” en “aau”. Woorden als meisje, leuk, buiten en koud klinken dan als maaisje, luik, bouten en kaaud.

Het Poldernederlands is dus een gesproken niet-standaardtalige vorm van het Nederlands, die enkel in de uitspraak verschilt van de standaardtaal in Nederland. Het is geen regionale variëteit van het Nederlands, maar een soort substandaardtaal. Volgens de ontdekker van het fenomeen is het Poldernederlands goed op weg om de standaardtaal in Nederland te vervangen, maar daar zijn voorlopig nog geen bewijzen voor.

 In het geluidsloket vind je enkele voorbeelden van het Poldernederlands!


Wie spreekt Poldernederlands?

Poldernederlands is een sociolect, want het wordt gesproken door sprekers met een bepaalde sociale achtergrond. Stroop stelde het taalgebruik voor het eerst vast bij jonge, succesvolle, hoogopgeleide Nederlandse vrouwen. Als voorbeelden van bekende spreeksters van het Poldernederlands worden dan ook vaak presentatrices, actrices, zangeressen, politica’s, enz. genoemd (bv. Sophie Hilbrand, Katja Schuurman, Sylvana Simons,…). Gelet op die bevindingen, zouden het vandaag vooral vrouwen van middelbare leeftijd en uit hogere sociale klassen zijn die Poldernederlands spreken.

Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat niet de sekse, maar vooral de sociale klasse van de sprekers een doorslaggevende rol speelt. Het is dus geen kwestie van man of vrouw, maar wel van hoge of lage sociale klasse. Hoe hoger de sociale klasse van de spreker, hoe meer kans dat hij of zij met een Poldernederlands accent zal spreken. Hoewel Poldernederlands soms eens in verband gebracht wordt met de regio Randstad, is de variëteit geen regionaal verschijnsel. De Poldernederlandse uitspraak komt namelijk voor in grote delen van Nederland.


blaaif baai maai: de diftongen

Het opvallendste kenmerk van het Poldernederlands is de verlaging van de diftongen (of tweeklanken) ei/ij, eu, ui en au/ou:

  • <ei>, <ij> wordt “aai” : maaisje
  • <eu> wordt “ui”: luik
  • <ui> wordt “ou”: bouten
  • <au>, <ou> wordt “aau”: kaaud

Wat er precies gebeurt, is dat het eerste deel van deze tweeklanken met een wijdere mond wordt uitgesproken, een verwijding dus. Een wijdere mond betekent ook een lagere stand van de tong en de onderkaak, vandaar de term verlaging. De eerste klank van “aai”, de <aa>, is de wijdste klank die we kunnen uitspreken. Het is dus geen toeval dat de huisarts ons vraagt “eens aa te zeggen” als hij in onze mond of keel wil kijken.

Meer weten?
  • Geeraerts, D. en H. Van De Velde (2013) Supra-regional characteristics of colloquial Dutch, In:  Hinskens F. & J. Taeldeman (red.), Language and Space: Dutch. Berlijn: De Gruyter / Mouton, p.532-556.
  • Jacobi, I. (2009) On variation and change in diphthongs and long vowels of spoken Dutch. Universiteit van Amsterdam: Proefschrift.
  • Stroop, J. (1998) Poldernederlands, waardoor het ABN verdwijnt. Amsterdam: Bert Bakker.
  • Stroop, J. Website Poldernederlands