Over de DSDD
Wat is de DSDD?
De droom van Weijnen
In het begin van de jaren 60 van de vorige eeuw vatte prof. A.A. Weijnen van de Nijmeegse universiteit het plan op om de verdwijnende dialectwoordenschat van het Brabants (gesproken in Noord-Brabant, Antwerpen, Vlaams-Brabant en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest) op te tekenen in een dialectwoordenboek: het Woordenboek van de Brabantse Dialecten (WBD). Het woordmateriaal voor dat woordenboek bestond uit twee delen: eigen materiaal, dat via vragenlijsten werd verzameld, die werden ingevuld door vrijwilligers in het onderzoeksgebied, en vreemd materiaal. Dat laatste materiaal bestond enerzijds uit ongepubliceerde bronnen, zoals ingevulde vragenlijsten van reeds bestaande collecties, en gepubliceerde gegevens in woordenboeken of tijdschriften.
Voor de publicatie had Weijnen een thematische ordening voor ogen. Het woordmateriaal wordt gepresenteerd in drie delen: I. Landbouwwoordenschat, II. Vaktaalwoordenschat en III. Algemene Woordenschat. Binnen elk deel verschijnen woordenboekafleveringen die elk aan een bepaald thema zijn gewijd, zoals bijvoorbeeld ‘Het rund’ (binnen deel I), ‘De Molenaar’ (binnen deel II) of ‘Flora’ (binnen deel III). Elk woordenboekartikel (ook lemma genoemd) bevat een titel, een inleiding, een bronnenlijst, een reeks dialectwoorden in vernederlandste vorm, en een nauwkeurige lokalisering. De eerste WBD-aflevering verscheen in 1967, de laatste in 2005.
De opzet die Weijnen voor ogen had, werd ook toegepast voor het Woordenboek van de Limburgse Dialecten (WLD, voor Nederlands en Belgisch Limburg), dat ongeveer tegelijk met het WBD werd aangevat, en ook voor het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD, voor Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen), dat aan de Universiteit Gent werd begonnen in 1972 onder impuls van prof. Willem Pée. Het WLD verscheen tussen 1983 en 2008. De eerste aflevering van het WVD zag in 1979 het licht; in 2020 werd aan het WVD nog steeds voortgewerkt. In de jaren 90 werd voor WBD en WLD naast de Nijmeegse redactie ook een deelredactie georganiseerd aan de KULeuven.
De drie hierboven vermelde regionale, onomasiologisch geordende dialectwoordenboeken zijn dus vanuit hetzelfde oogpunt geconcipieerd en vormen geografisch complementaire onderzoeksgebieden. Weijnen had inderdaad als bedoeling om de Vlaamse, Brabantse en Limburgse woordenschat per begrip samen te kunnen voegen tot dialectkaarten. Het hierboven beschreven project Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten probeert die droom van Weijnen waar te maken. De ontwikkelde infrastructuur kan ook gebruikt worden voor vervolgprojecten, niet alleen voor andere onomasiologisch geordende dialectwoordenboeken, maar ook voor het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten (WZD). Met het Zeeuws erbij zouden alle zuidelijke dialectgroepen van het Nederlands vertegenwoordigd zijn in de database. [/accordion]
Meer weten?
- Voor meer inlichtingen over de drie regionale dialectwoordenboeken: zie de Inleidingen erop. Voor het DZND-project: zie het artikel Van Keymeulen, J., V. De Tier, R. Vandenberghe en S. Chambers (2019), The Dictionary of the Southern Dutch Dialects (DSDD) : designing a virtual research environment for digital lexicological research. In: Dialectologia, blz. 93-115.